Bij toeval kom ik deze vrijdagochtend terecht op een TEDx filmpje van Dena Simmons met de titel: How students of color confront imposter syndrom. Dena is opgegroeid in de Bronx en dankzij haar moeders kracht en doorzettingsvermogen verhuist ze op een dag met haar moeder en haar zusjes naar Connecticut. Dat is niet te vergelijken met het rustige dorp waar ik ben opgegroeid. Dena heeft het over het geweld in de Bronx en de constante angst waarmee je opstaat en naar bed gaat.  Iets wat ik gelukkig nooit heb hoeven te ervaren.  Maar iets wat Dena zegt in het filmpje raakt me in mijn ziel namelijk de woorden:

‘There is emotional damage done when young people can’t be themselves. It’s a kind of violence. En ze stelt zichzelf en ons allen de vraag:

“Why did in the proces of getting that better education did I have to endure the trauma of erasing what made me, me a black girl from the Bronx, raised by an Antiguan mother. Why did I have to leave the Bronx to gain a better education?”

 

Waarom raakt dit filmpje mij zo?

Omdat ik het mijn middelbare schoolperiode terughaalt, een tijd in mijn leven waarin ik niet mezelf kon zijn. Zoals je misschien in mijn vorige blog hebt gelezen ben ik een dochter van een witte Nederlands-Engelse moeder en een bruine Surinaams-Antilliaanse vader. Ik ben gewend tussen verschillende werelden te ‘reizen’. Als een van de weinige kinderen van de fijne ‘zwarte’ basisschool ging ik naar een elitaire school. Ik voelde me daar niet op mijn plek. Veel kinderen woonden in kasten van huizen. Ik was een van de weinige kinderen met een alleenstaande moeder met een krap budget.

Kinderen met een kleur waren er op school al helemaal niet. Ik lachte mee als er in de geschiedenisles grappen over de filmpjes over het slavernijverleden werden gemaakt. Of ik herinner me bijvoorbeeld nog hoe iemand die ik als een goede vriendin beschouwde heel hard begon te lachen omdat ik de betekenis van het woord scrupules niet kende. Dat zijn slechts twee voorbeelden van situaties. Hoe ik me van binnen voelde op de middel;bare school, zag niemand. Daar was geen ruimte voor.

 

Mijn familiegeschiedenis

Komend uit een deels gekleurde familie met een migratiegeschiedenis, kreeg ik vooral van mijn vader vaak te horen: “Helen je moet twee keer zo hard werken als een ander”. En als het niet gezegd werd, voelde je het wel aan alles.  Er werd in onze familie dus ook ingezet op het verkrijgen van zo goed mogelijk onderwijs voor je kinderen.

Zo stuurde mijn Engelse oma haar kinderen niet naar de dorpsschool in Loosduinen maar naar een school in Den Haag. Veel Loosduiners volgen haar voorbeeld. Mijn vader kwam op zijn 17e jaar in zijn eentje naar Nederland om te studeren. En ik ging na de basisschool naar een elitaire school in Oegstgeest 8 kilometer verderop. Mijn vader moest zijn fysieke thuis verlaten om beter onderwijs te krijgen. Maar zelfs in Suriname waren ze thuis en op school al bezig met het verwerven van het juiste kapitaal wat de kans op slagen in het onderwijs groter zou maken. Er moest immers Nederlands gesproken worden thuis. En op school leerden ze alles over Nederland en vrijwel niets over Suriname en de geschiedenis van Suriname. Ik heb zelf mijn fysieke thuis niet hoeven te verlaten maar voelde altijd heel duidelijk dat er geen ruimte was voor wie ik was op mijn middelbare school. Als tiener voelde ik me tekortschieten, inmiddels weet ik wel beter want:

“To belong or not to belong can occur due to choices of one’s self or the choice of others.”

 

De vruchten plukken

Inmiddels pluk ik (ook) de vruchten van de keuzes die mijn ouders en grootouders gemaakt hebben. Ik behoor anno 2017 samen met mijn man tot de hoogopgeleide ouders die actief betrokken zijn geraakt bij de schoolloopbaan van hun kinderen. Mijn man en ik hebben onze dochters meegegeven dat als ze iets willen bereiken  ze er hard voor zullen moeten werken. Misschien wel harder dan andere kinderen. Maar tegelijkertijd ben ik alert dat mijn dochters de kans krijgen om die kennis op te doen in een veilige omgeving. Een waar ze zichzelf kunnen zijn en gezien worden om wie ze zijn en niet om hoe ze eruit zien. En ik probeer docenten waar mogelijk bewust te maken van ongewenste associaties zoals bijvoorbeeld het idee dat een kind dat extravert en zeer energiek is ook heel gevoelig kan zijn. Of dat kinderen die elementen uit andere talen in hun Nederlands mengen of meerdere talen spreken, gebrekkig Nederlands spreken of dat zij het Nederlands niet als moedertaal spreken. En zo kan ik nog wel even door gaan.

 

Helen Sumter, creatief verbinder

Ik kruip in de huid van de doelgroep en help klanten om de doelgroep te zien zoals ze is. Ik creëer een open blik en verzamel waar nodig de ontbrekende kennis die het mogelijk maakt anderen met open vizier te benaderen.

www.sumpro.nl